30.06.2011

Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking – spontane offerte

Inzake onderhandelingsprocedures zonder bekendmaking, in toepassing van artikel 26§1 wet overheidsopdrachten 2006, is de aanbestedende overheid gehouden meerdere ondernemers (in principe min. 3) uit te nodigen om een offerte in te dienen.

In de praktijk komt het wel eens voor dat ook een niet uitgenodigde inschrijver, een offerte indient, of verzoekt om een uitnodiging te ontvangen.

De vraag stelt zich dan of de aanbestedende overheid op zulk verzoek verplicht dient in te gaan.

De Raad van State stelt dat de aanbestedende overheid zogenaamde spontane offertes voor onderhandelingsprocedures – dus door inschrijvers die niet zijn uitgenodigd – niet zomaar naast zich neer kan leggen. Er moeten dus motieven voorhanden zijn om deze offerte niet te aanvaarden. Evenwel is een aanbestedende overheid niet verplicht om voor niet concrete opdrachten een lijst van mogelijks geïnteresseerden bij te houden.

ARREST NR. 227.909 VAN 26 JUNI 2014
“Par ailleurs, le principe fondamental d’ouverture à la concurrence, qui régit l’attribution des marchés publics, suffit à justifier, dans une procédure négociée sans publicité, qu’une offre spontanée ne soit pas simplement ignorée, mais qu’elle soit, au contraire, prise en considération, sauf motivation spéciale explicitant les raisons pour lesquelles l’offre ne peut être examinée. Cette motivation se justifie par le fait que le refus de prise en considération déroge au principe d’ouverture à la concurrence. Si une motivation spéciale est ainsi exigée pour rejeter l’offre spontanée d’une entreprise, aucune motivation spécifique n’est, par contre, requise pour accepter la participation de cette entreprise au marché.”

 

ARREST NR. 75.584 VAN 11 AUGUSTUS 1998, NV OMNIPLAY
“Overwegende dat de discretionaire bevoegdheid die de aanbestedende overheid heeft inzake de aannemers of leveranciers die zullen worden geraadpleegd, uiteraard niet tot gevolg heeft dat de beslissing hieromtrent niet zou moeten zijn gesteund op wettige motieven; dat in de huidige stand van het geding niet blijkt dat de bestreden beslissing op zulke motieven is gesteund; dat immers noch uit de bestreden beslissing zelf, noch uit het administratief dossier, noch uit de nota met opmerkingen van de verwerende partij of uit daarbijgevoegde stukken blijkt op welke basis zij besliste slechts de zes door haar geselecteerde leveranciers te contacteren”.