20.03.2017

Wet tot wijziging van de rechtsbeschermingswet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad

De wet van 16 februari 2017 tot wijziging van de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, werd op 17 maart 2017 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

De wet wijzigt de huidige rechtsbeschermingswet van 17 juni 2013 om deze in lijn te brengen met de wet overheidsopdrachten en de wet concessieovereenkomsten, beide van van 17 juni 2016, die op hun beurt de omzetting vormen van de nieuwe overheidsopdrachtenrichtlijnen van 2014.

Voor een overzicht, klik hier.

De inwerkingtreding wordt – samen met de andere nieuwe wetten en uitvoerings-K.B.’s – verwacht in de tweede helft van 2017.

De wijzigingen zijn voor een groot deel vormelijk en terminologisch. De belangrijkste ‘echte’ nieuwigheden zijn de volgende:

  • De rechtsbeschermingswet wordt ook van toepassing op de concessies.
  • Het toepassingsgebied van hoofdstuk 1 (opdrachten boven de EU drempels) wordt opnieuw uitgebreid naar opdrachten die initieel lager waren geraamd, maar waarvan het goed te keuren bedrag 20% boven de EU drempels uitkomt (Deze bepaling was vroeger ook al voorzien maar was weggevallen na de wijziging van de rechtsbeschermingswet bij wet van 4 december 2013) (art 3).
  • De gemotiveerde beslissing moet ook de datum van de gunningsbeslissing bevatten (art 5).
  • Een nieuwe bepaling verplicht de aanbestedende overheid om op vraag van een inschrijver informatie mee te delen over het verloop van de onderhandelingen (binnen 15 dagen na de vraag daartoe) (art 7/1).
  • De mededeling moet de rechtsmiddelen vermelden die tegen de gemotiveerde beslissing tot niet-gunning (…) kunnen worden ingesteld (art 9/1). Indien dit niet gebeurt wordt de termijn van 60 dagen om een vordering tot nietigverklaring in te stellen met 4 maanden verlengd. Deze sanctie geldt dus enkel voor de vordering tot nietigverklaring. Deze regel gold al voor administratieve overheden (waarvoor de Raad van State bevoegd is) ingevolge artikel 19 van de Gec. W. op de RvS.
  • De boete die de rechter als alternatieve sanctie kan opleggen wordt verlaagd van 15 naar 10% van de waarde van de opdracht (art 22).
  • Verduidelijking van de berekening van de wachttermijn en de beroepstermijnen. De termijn loop vanaf de dag na de verzending (art 11 en 23).
  • Aanpassingen wat betreft de verhaalsinstanties, gezien de hervorming van de Raad van State inhoudt dat deze ook uitspraak kan doen over een vordering tot schadevergoeding (art 11bis Gec. W. op de RvS; Art 16, 23 en 24).
  • Voor opdrachten tussen de 30.000 (vroeger 8.500) en de 85.000 euro is er geen verplichting om de gemotiveerde beslissing meteen te bezorgen. De inschrijver moet hierom verzoeken. De informatieverplichtingen gelden niet voor opdrachten onder de 30.000 euro (vroeger 8.500 euro). Deze regels zijn grotendeels ongewijzigd. Enkel de bedragen zijn aangepast.

Het blijft vereist om de gemotiveerde beslissingen bedoeld in de rechtsbeschermingswet zowel elektronisch als per aangetekende zending mee te delen. Dit kan ook een elektronische aangetekende zending zijn, zodra deze dienst volledig operationeel zal zijn (Zie blogpost 16 februari 2017).